Skip to content

Voor de eerste keer naar een psycholoog, best eng! Zo iemand met een baardje, donkere bril, pijp en notitieboekje en ik op een sofa. Dat was mijn beeld van een psycholoog. Iemand die net zo lang in je leven blijft porren totdat hij een ongelukkige jeugd kan vaststellen of dat ik als baby steeds gepest werd door vreemde gezichten boven de wieg die steeds “Kiele, kiele” zeiden.

Maar blijkbaar is dat een idee uit de oudheid. Deze psychologe was gewoon een mens, die me allereerst een goede cappuccino aanbood en daarna wat informeerde waarom ik eigenlijk bij haar terecht gekomen was. Maar ook dat was natuurlijk een trucje om mij aan het praten te krijgen. Gezamenlijk kwamen we er achter dat ik vanaf mijn jeugd stevig bezig ben geweest en dat me dat prima beviel. Altijd fijn en meestal zelfstandig heerlijk aan het werk geweest. Allemaal prima, niks mis mee, maar toen kwam de sarcoïdose er bovenop. Dit was een sein voor mijn lichaam en geest om aan te geven dat het niet meer goed was. Aan mijn lichaam kon ze niet veel verbeteren, maar aan mijn geest was nog wel te sleutelen.

Het werd tijd om me te ontspannen. Gewoon gaan liggen en nergens aan denken, voor mij niet gemakkelijk. Het rommelt heel vaak in mijn bovenste kamer. Steeds aan verschillende dingen denken. Wat kan en moet er nog gebeuren, wie was wie ook alweer, niet vergeten om nog een blog te schrijven en zo nog veel meer. Maar om tot een betere rustte komen waren trucjes mogelijk.

Het belangrijkste was, ademhalen. Doe ik al, maar niet goed genoeg. Geconcentreerd, diep en langzaam ademhalen, allemaal door de neus. Daarna tijdens het ademhalen een bodyscan. Systematisch concentreren op lichaamsdelen, van mijn voeten tot mijn wenkbrauwen, steeds tijdens het heel langzaam uitademen. Dit allemaal een stuk of vier keer per dag, vijf minuten lang.

’s Zomers lig ik vaak in mijn hangmat achter in de tuin. Heerlijk, het ligt zelfs beter dan in mijn bed. Dit kwam waarschijnlijk door mijn neuro sarcoïdose. In een hangmat wordt je lichaam ook enigszins aan de zijkanten gesteund. Het is nu nog winter, dus geen hangmat-weer. Maar daar is iets aan te doen. De hangmat met stellage naar een slaapkamer verplaatst. Elke dag wanneer ik een uurtje actief ben geweest, ook een uurtje in de hangmat. Dat dacht ik, maar wat gebeurde? Zodra ik lekker in mijn matje lag en even wat ademhalingsoefeningen deed met een bodyscan, viel ik halverwege de scan in slaap, voor een uurtje of twee, of vier! Dit was me in heel mijn leven nog nooit gebeurd!  ’s Middags even plat en nog in slaap vallen ook nog. Om me dood te schamen, maar dat moest ik dan  ook weer niet doen volgens mijn psycholoog.

Die ademhalingstruc werd een beetje een hobby. Behalve heel veel slapen kon ik er nog iets mee. Als ik ergens een pijnlijk plekje heb, bijvoorbeeld door de dunne vezel neuropathie, kan ik tijdens de bodyscan daarop concentreren. Een paar keer ademen en de pijn gaat soms weg. Ik dacht eerst dat ik mezelf aan het bedonderen was, maar volgens de deskundigen is het best mogelijk. Door te oefenen kan het steeds beter gaan. Prima dus.

Pijn was mijn grootste probleem. Door pijn beter te begrijpen, kun je er ook beter mee omgaan. Je hebt ten eerste, acute pijn. Je slaat je bijvoorbeeld met een hamer op je duim. Overal in je lichaam zitten sensoren, dus ook in de duim. Door de klap met de hamer registreren die sensoren dat. Het sein gaat door de zenuwen naar je ruggenmerg. Hiervoor zit als het ware een zeefje. Is het een klein pijntje dan gebeurd er niets, het doet niet zeer. Is de pijn erger dan komt het seintje bij de hersenen. Hier zit ook weer een zeefje en die opent zich pas als de pijn erg genoeg is. Dan komt het signaal in je hersenen en gaat er een seintje naar je hand terug. Je trekt je hand terug, maar wel te laat! Dan zeg je pas “Au” en misschien nog iets meer. Mijn kleinkinderen weten precies wat ik dan zeg! Heel dit proces gebeurd in een fractie van een seconde. Probeer het maar eens, sla maar eens met een hamer op je duim! Bij chronische pijn gaat er zo vaak een signaaltje naar die zeefjes waardoor deze denken: ”Ik ga niet elke keer open en dicht, maar ik blijf gewoon open staan.” Doordat het zeefje steeds open staat gaan ook de hele kleine pijntjes helemaal door tot in je brein, waardoor je steeds denkt dat je pijn hebt. Je raakt met je grote teen het laken van je bed, en je krijgt je pijnsignaal. Om chronische pijn te bestrijden moet je vaak genoeg momenten zonder pijn hebben, zodat de zeefjes weer gaan werken. Dus pijn bestrijding door medicijnen of pijn wegdenken heeft zeker nut.

Wat de psychologe mij ook duidelijk heeft gemaakt is dat je pijn moet leren accepteren. Ik was vaak gefrustreerd, op zijn zachts gezegd. Chronische pijn gaat op zijn minst behoorlijk vervelen! Ik maakte mezelf daar ook nog al eens kwaad om. Langzaam aan heb ik geleerd om er beter mee om te gaan. Een beetje pijn? Onmiddellijk stoppen waar je mee bezig bent en rusten, ontspannen. Het werkt!

Hierna volgt nog een deel over balans in je leven en terugval preventie.

Tot dan. Johan.

 

Back To Top