Skip to content

Vandaag ging ik naar de pedicure, een nieuwe die ik niet ken. Mijn vorige kwam altijd thuis en heeft me jarenlang goed geholpen. Ze kent me nog van voordat ik in 2013 de diagnose sarcoïdose kreeg. Ze heeft dus wel wat mee gekregen wat er mis ging in mijn lijf. Helaas moest zij om gezondheidsredenen stoppen als pedicure.

Die nieuwe kent mij niet maar ziet wel dat ik problemen heb met bewegen. De motoriek is, zullen we maar even voorzichtig uitdrukken, een beetje als een olifant in een porselein winkel. Daar heb ik al een keer wat over geschreven en er is nog niks veranderd. Behalve dan dat ik er inmiddels om kan lachen.

Schrammen of blauwe plekken lig ik al lang niet meer wakker van, het hoort bij mij. Soms doen mijn geliefde dochter en ik een wedstrijd: wie heeft de meeste blauwe plekken en hoe mooi zijn ze. Wedstrijd eindigt vaak met een gelijkspel. Ook zij heeft ze net als ik op compleet vreemde plaatsen zitten.

Zij had dat al sinds ze begon met voorzichtig te gaan staan. Altijd blauwe plekken. We hebben toen afgesproken dat mocht er ooit één dag zijn dat ze geen blauwe plekken had, ik een foto van haar mocht maken. Toen ze dan eindelijk een keer zei, 19,5 jaar inmiddels, dat ze geen blauwe plekken had moesten we lachen. Die foto is natuurlijk nooit gemaakt en een dag later had ze er weer genoeg.

Mensen vragen me wel eens of ik dat vervelend vind, blauwe plekken, een motoriek die nergens op slaat, of dat het vervelend is met steeds meer mankementen in het lijf. Sarcoïdose, COPD, artrose, LS tot nu toe. Afkloppen, je weet maar nooit wat er nog meer bij kan komen. Mijn 1e kwartet qua aandoeningen heb ik in elk geval.

Of ik dan niet bang ben dat die mankementen me slopen? Dat doen ze sowieso, is geen ontkomen aan. Maar ik ken wel proberen dat slopen te vertragen door de dingen die ik nog goed kan dan ook te doen.

Maar met al de pijnen, vermoeidheid hoe kun ik dan zo positief en lachend door het leven gaan? Simpel, ik ben een positief mens en lach graag en vaak. Ik kan me niet meer herinneren hoe vaak ik op de middelbare school de klas werd uitgestuurd omdat iemand iets geks deed en ik voor de zoveelste keer de slappe lach kreeg.

Kon de leerkracht wel roepen dat ik daarmee moest stoppen, maar een slappe lach stopt niet op commando. Het stopt vanzelf een keer. Een keer moest ik me melden bij de conciërge, hij snapte direct wat er aan de hand was. Zat ik bij B in de klas ook zo te lachen? Hij wist dat B daar niet tegen kon, maar omdat de conciërge zelf ook vaak de slappe lach had, begreep hij dat ik er niks aan kon doen. We hebben samen thee gedronken tot het weer goed ging.

Inmiddels zijn we ruim 40 jaar verder en mijn motto is altijd geweest (sinds die middag bij de conciërge) dat mijn glas altijd halfvol is. Lege glazen is zo deprimerend, wordt je somber van en ik lach nou eenmaal graag.
Wat ik me niet meer kan herinneren is wanneer ik voor de eerste keer heb gezegd dat ik 100 word en de dag daarna maakt het niet meer uit voor mij, als ik naar boven ga naar reeds overleden familieleden. Ook mijn inmiddels overleden lieve schoonmama moest altijd lachen als ik zei dat ik 100 word. Of ik dat zeker wist vroeg ze dan altijd. Ja, dat weet ik zeker schat.

Dit vertelde ik dus in het kort aan die nieuwe pedicure, positief blijven. Ik zag dat ze geëmotioneerd werd en mij een bijzondere vrouw vond. Aan haar behandelkamer zag ik wel dat ze ook schoonheidsspecialiste is, de inrichting met wierook en boeddha zei me nog meer. De muziek was gelukkig muziek die ik zelf ook graag hoor, niet van die ‘zweverige’ laat ik het zo omschrijven. Ik wil niemand beledigen, maar dat soort dingen geef ik niet zo veel om. Toch hebben we een goed gesprek gehad.

Ze vroeg ook of ik werk, of ik hobby’s heb. Werk niet, ben in 2009 afgekeurd en hobby’s heb ik genoeg. Of ik vanuit Didam naar haar was komen lopen vroeg ze toen ik bij haar binnen kwam. Nee, later begreep ze dat dat nooit zal lukken, geef mij de fiets maar.
Ook wilde ze weten of ik niet bang was dat ik door één van de mankementen dood zou gaan. Ik schoot in de lach en zei “dat kan niet, want ik heb altijd gezegd dat ik 100 word en de dag daarna wel wil gaan. De datum is bekend, dat zal dan 6 januari 2062 worden.”
Verbluft deed ze de deur open omdat we klaar waren en zij nog een afspraak had. Op de fiets naar huis dacht ik hier over na. Zo vreemd is dat toch niet om vrolijk te zijn, om te proberen iets van je leven te maken ook al is dat niet altijd even makkelijk. Maar ik ga écht niet zitten sippen en somber doen.

Komt het dan komt het, niks aan te doen. Maar volgens mijn planning blijft genoemde datum staan en hou ik zo goed als het kan mijn glas nog steeds halfvol.

Back To Top