Ga naar hoofdinhoud

Maanden zit je in de zenuwen. De tanden van je bovenkaak worden allemaal tegelijk verwijderd en je krijgt direct een prothese geplaatst Je nagels heb je nog net niet afgescheurd van de zenuwen, je was slim genoeg om ze te knippen. Kan er niks mee gebeuren.

Dan, pats boem, is de dag daar. Je lieve man brengt je naar het ziekenhuis en troost je intussen omdat je het niet meer houdt van de zenuwen en een flinke huilbui krijgt. “Het komt goed schatje. Als je echt niet durft, draai ik om en gaan we terug naar huis en drinken we een bakkie koffie!” Nee, je weet dat het moet en dat je moet doorzetten.

Om 10:15 uur moest je je melden. Dan krijg je uitleg en dat je tot 12:00 uur moet wachten voordat je je klaar mag maken en de OK ingereden zult worden. Andere mensen drinken koffie, het ruikt zo lekker, maar je mag niks meer hebben. Je lieve schat is solidair en neemt ook geen koffie.

Eindelijk is het dan tijd om je klaar te maken, operatieschort aan, slaapmiddel innemen en liggen tot ze het bed wegrijden. Manlief kust en knuffelt je en moet je achterlaten. Je wordt voorbereid, krijgt infuus en dan is het zover, je bent aan de beurt.

Laatste check: “noem uw naam en geboortedatum, wat doet u hier en wat moeten wij bij u doen?”. De antwoorden kloppen, je linkerhand wordt langzaam koud: narcose middel wordt ingespoten in het infuus.

Heel ver in de diepte hoor je jouw naam roepen. Nog een keer. Voorzichtig probeer je je ogen te openen, maar dat lukt niet, ze zijn loodzwaar. Je hoort zeggen dat je moeilijk wakker te krijgen bent en ze laten je met rust.
Je hoort je naam weer roepen, dit keer willen je ogen wel open. Wat een licht, hemel? Nee, je zit vast en je kunt je niet bewegen. Wat was er ook alweer?

Langzaam dringt tot je door dat je in het ziekenhuis bent, dat je bijkomt uit de narcose. Je ogen kunnen nu open en je ziet een vreemde vrouw bezorgd naar je kijken. Verpleegkunde probeert je wakker te krijgen.

Gelukt, je bent wakker en je tong gaat door je mond heen. Het voel warm en glad. Het voelt vreemd. De prothese zit dus op zijn plek. Top! Ogen weer dicht, dat mag nu.

Op de afdeling mag je als je goed wakker bent voor het eerst die dag, het is inmiddels 15:00 uur wat eten: vla en glaasje appelsap met een rietje. Vreemd gevoel, je bovenlip voelt de lepel niet omdat de mond extra verdoofd is geweest. Dus: lepel in de vla duwen en dan eerst de bolle kant aflikken met je tong en dan de holle kant. Vla is lekker, het bakje gaat leeg.

Je mag naar huis, je voelt je goed en je hebt totaal geen pijn. Wel spijt dat ze je tanden bij het ziekenhuis afval hebben weggegooid. Je wilde ze naast de urn van je overleden hond zetten. Goed, je dochter wel blij, die zag dat niet zitten.

Je slaapt goed en na een paar dagen bloed je ook bijna niet meer tijdens je slaap. Je spraak is wennen, je slist en je wang is nog iets dikker als normaal en mooi blauw.

Je leven gaat weer beginnen: huishouden en boodschappen doen. Je bent super blij. Dan komt de domper: je vergeet die blauwe plek in je gezicht en als je boodschappen doet, zitten de andere klanten en de juf achter de kassa je aan te kijken. Ze merken ook dat je vreemd praat.

Groot is de schrik als iemand vraagt of je mishandeld bent. Nee, sukkels! Je hebt de moeilijke beslissing genomen om je gebit te laten trekken en een prothese te laten plaatsen. Je man mishandelt je niet en als hij dit zou horen, zou hij woedend zijn, dus vertel je het hem niet dat je deze reactie’s gekregen heb.

Gelukkig zijn er ook mensen die direct zien dat je een nieuw gebit hebt en geven je complimenten.

Weet je, het interesseert je niet wat anderen ervan vinden, je weet dat je het goed hebt gedaan en dat dat erg moedig was. De blauwe plek trekt vanzelf wel weg en je spraak komt ook nog wel goed. Bedenk dat het pas 3 dagen geleden is gebeurd.

Back To Top