Ga naar hoofdinhoud

Laatst geupdate op 11 mei, 2023

Behandeling

Gelukkig is het lang niet bij alle mensen met sarcoïdose nodig om over te gaan tot het gebruik van medicatie, omdat de sarcoïdose bij een deel van de mensen vanzelf overgaat. Deze mensen blijven gedurende die tijd wel onder controle van een of meerdere artsen. Er wordt dus afgewacht hoe de sarcoïdose zich ontwikkelt. Dit afwachtende beleid geldt voor ongeveer de helft van de sarcoïdosepatiënten.

Ook de mensen die geen medicatie nodig hebben kunnen veel klachten hebben en zich erg ziek voelen. Maar omdat de medicatie veel bijwerkingen heeft en een langdurig gebruik in een hoge dosering vergt zal een behandeling met medicijnen altijd weloverwogen plaats vinden.

De medicatie die zo nodig voorgeschreven wordt geneest de sarcoïdose niet, maar onderdrukt slechts de ontstekingen. In eerste instantie gebeurt dat met corticosteroïden in de vorm van prednison.

De optimale behandeling

Niet elk medicijn is even geschikt gebleken om de ontstekingen bij sarcoïdose te onderdrukken. Uiteraard verstrekken artsen bij voorkeur het meest geschikte, meest effectieve medicijn. Het medicijn dat het meest effectief is gebleken in de loop van de tijd noemen we de eerstelijns medicatie, dat is dus het ‘voorkeursmedicijn’. Als dat niet (voldoende) werkt of teveel bijwerkingen geeft kan men een keuze maken voor de tweedelijns medicatie of de derdelijns medicatie.

Het komt ook voor dat een middel na verloop van tijd minder goed werkt en daarom moet worden vervangen door een ander medicijn.

Ieder mens is anders en reageert dus ook anders op medicijnen. Het is dan ook belangrijk dat u goed in de gaten houdt hoe u op een medicijn reageert. Bespreek dit regelmatig met uw arts. Voor zijn oordeel is hij mede afhankelijk van úw informatie.

Eerstelijns medicatie

Behandeling met medicijnen is wel nodig als er sprake is van functieverlies of (dreigende) schade aan organen of als de sarcoïdose voorkomt in het hart, het zenuwstelsel of de ogen.

De ontstekingen moeten dan met medicijnen worden onderdrukt.

Dit gebeurt in eerste instantie met corticosteroïden (prednison) meestal in tabletvorm.

Tweedelijns medicatie

Bij onvoldoende effect van de corticosteroïden of bij ernstige bijwerkingen worden soms andere geneesmiddelen bijgevoegd om de corticosteroïden te kunnen verminderen of zelfs te kunnen stoppen. Dit gebeurt met zogenaamde DMARD’s (Disease-Modifying Anti-Rheumatic-Drugs), middelen die het gehele afweersysteem onderdrukken. Uiteraard zijn ook deze geneesmiddelen niet zonder bijwerkingen. Voorbeelden van deze DMARDS’s zijn methotrexaat, azathioprine en mycofenolaat.

Derdelijns medicatie

Bij onvoldoende effect van de corticosteroïden en/of de DMARD’s is de volgende optie de biologicalsBiologicals zijn medicijnen waarvan de werkzame stof vervaardigd is door of afkomstig is van een levend organisme. Dit maakt deze middelen ook duur. Tegenwoordig zijn fabrikanten ook in staat om biologicals na te maken. Deze ‘nagemaakte’ biologicals noemen we biosimilars.

Lokale behandelingen

Naast eerdergenoemde systemische medicijnen (medicijnen die worden toegediend via infuus of tablet en daardoor in het hele lichaam werkzaam zijn) is er bij sommige vormen van sarcoïdose soms ook lokale behandelingen mogelijk. Zo kunnen bij sarcoïdose van de huid zalf met corticosteroïden en oogdruppels met corticosteroïden bij betrokkenheid van de ogen voorgeschreven worden.

Pijnbestrijding

Klachten van spieren en gewrichten komen vaak voor bij sarcoïdose. Ter bestrijding van deze pijnklachten zijn de meest gangbare medicijnen paracetamol en zogeheten Niet Steroïde Anti-Inflammatoire Drugs (NSAID’s). NSAID’s werken ook ontstekingsremmend maar zijn veel minder krachtig dan corticosteroïden.

Medicijngebruik

Medicijnen zijn geen wondermiddelen. Er zijn veel factoren die bepalen of een medicijn de juiste uitwerking en al dan niet bijwerkingen heeft. Hierop kunt u ten dele zelf invloed uitoefenen, namelijk door uw medicijnen op de juiste manier in te nemen.

Omdat er vaak meerdere medicijnen naast elkaar gebruikt worden is ook de wisselwerking tussen die medicijnen van belang.

Tips voor medicijngebruik

  1. Neem medicijnen op een vast tijdstip in. Zo voorkomt u dat u dit vergeet. Een handig hulpmiddel is de doseerbox die u bij elke apotheek kunt kopen.
  2. Houd u aan de dosering en voorschriften die op het etiket staan. Deze kunnen soms afwijken van de dosering en voorschriften die in de bijsluiter staan.
  3. Moet u meermalen per dag een medicijn innemen, verdeel de tijdstippen dan goed over de hele dag, zoals voorgeschreven.
  4. Gebruikt u verschillende medicijnen, dan is een geneesmiddelenpaspoort een aanrader. Neem dit altijd mee bij een bezoek aan arts of apotheker en vraag of hij het bijwerkt.
  5. Bewaar medicijnen in de originele verpakking op een droge, koele plaats, buiten bereik van kinderen en huisdieren, en niet langer dan tot de uiterste gebruiksdatum. Breng medicijnen die over de datum zijn terug naar de apotheek of geef ze mee met de chemokar.
  6. Neem poeders, tabletten en capsules in met een vol glas water, tenzij op het etiket een andere instructie staat. Hebt u moeite met het doorslikken van de medicijnen, vraag dan uw apotheker naar een andere toedieningsvorm.
  7. Hebt u twijfels en geeft de bijsluiter geen antwoord op uw vragen, raadpleeg dan altijd uw huisarts of apotheker.

Voor meer informatie over medicijnen kunt u ook terecht op: www.apotheek.nl

Wisselwerking

Gebruikt u verschillende medicijnen, dan kan er een wisselwerking optreden: onder invloed van het ene medicijn werkt een ander medicijn dan zwakker of juist sterker. Het is daarom belangrijk dat een arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Doordat uw apotheker een lijst van al uw medicijnen bijhoudt, kan hij bij elk nieuw recept een mogelijke wisselwerking signaleren. Indien nodig zoekt hij in overleg met de arts die het medicijn heeft voorgeschreven een oplossing. Ook vrij verkrijgbare middelen kunnen de werking van een aantal andere medicijnen beïnvloeden. Informatie hierover is te vinden in de bijsluiter, maar u doet er goed aan om deze middelen niet zonder overleg met uw arts of apotheker te gebruiken.

Merknaam of stofnaam

Over het algemeen zijn er meer middelen met dezelfde werkzame stof. Zo bevatten bijvoorbeeld de corticosteroïde middelen Prednisolon, Pred Forte, Prednisolon Minims en Ultracortenol allemaal de werkzame stof prednisolon. Ze verschillen niet in kwaliteit, wel in toedieningsvorm en prijs. Artsen zetten tegenwoordig zoveel mogelijk de stofnaam op hun recepten, zodat de apotheker het goedkoopste middel kan leveren.

Back To Top