Liever tol betalen dan ‘zeuren’ Drie keer in de week…
‘We zijn niet alternatief, maar complementair’. Nathalie de Jong is osteopaat, heeft al meer dan twintig jaar een bloeiende praktijk in Bavel bij Breda, maar loopt nog altijd tegen een grote berg onwetendheid aan. ‘Want dat is het vaak, onwetendheid. Om maar wat te noemen, veel neurologen denken dat we hetzelfde werken als chiropractors. Tja, dan frons je wel even de wenkbrauwen.’
Alternatief -sorry Nathalie- en regulier. In de geneeskunde zijn het vaak tegenpolen die al jaren meer dan voldoende stof voor soms felle discussies opleveren. ‘Helaas is er nog altijd een hele grote groep huisartsen die ons ziet als kwakzalvers en nooit naar ons doorverwijst’, zegt de Bredase haptotherapeute Wendy van der Berg. ‘Als ze niet meer weten wat ze moeten doen, krijg je meestal het advies ‘om er maar mee te leven’. Jammer, heel jammer dat ze zelfs dán niet het advies geven om elders de oplossing te zoeken.”
‘Dat klopt wel’, haakt Jonas Blaken uit het Gelderse Beuningen aan. Hij is acupuncturist, herbalist (kruiden), tuina-therapeut en doceert Traditionele Chinese Geneeskunde (TCG) aan de academie Bo Yi in Zoetermeer. ‘Het gebeurt de laatste jaren inderdaad wel vaker dat er doorverwezen wordt. Een groep huisartsen is zeker positief, maar lang niet iedereen. Ik heb een poos bij een huisarts gewerkt voor behandeling van zijn patiënten. Die huisarts deed daar niet geheimzinnig over, maar andere huisartsen spraken er schande van. De groepsdruk is nog altijd groot.’ Samenwerking is nog ver weg Dan is samen wel heel ver weg. Toch: ‘Gelukkig krijg ik ondanks de vaak negatieve kritiek best wat doorverwijzingen van huisartsen, praktijkondersteuners en fysiotherapeuten’, zegt Wendy van der Berg. ‘Dat zijn wél de huisartsen die voor het ‘alternatieve stuk’ open staan. Maar nog steeds als ‘de rest’ niet gewerkt heeft en dat is jammer.’
En Nathalie de Jong: ‘Er zijn zeker artsen die doorverwijzen. Meer dan twintig jaar geleden toen ik met de praktijk begon, gebeurde dat vrijwel niet. Het hangt ook af van het specialisme van de artsen. Darmspecialisten zijn eerder geneigd door te verwijzen dan andere reguliere specialisten die veelal de boot afhouden. Maar nog altijd komen de meeste mensen via, via. Mondreclame werkt goed.’
Ongeveer een kwart van de Nederlanders vindt dat alternatieve geneeswijzen net zo waardevol zijn als reguliere geneeswijzen. Opvallend is dat vooral vrouwen veel waarde hechten aan alternatieve geneeswijzen en complementaire zorg. De cijfers zijn terug te vinden bij het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). De alternatieve behandelaars oogsten over het algemeen lof. Gemiddeld geven de Nederlanders een 7,9 aan hun alternatieve zorgverlener. En ook nog: ongeveer 40 procent van de Nederlanders vindt dat alternatieve geneeswijzen onderdeel zou moeten zijn van het basispakket die de zorgverzekeraars verstrekken. Nu heb je een aanvullende polis nodig om een vergoeding (lang niet alles) te ontvangen.
Wetenschappelijk bewijs
Het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in komt. Alternatieve behandelaars moeten eerst maar eens wetenschappelijk bewijs leveren dat het werkt, is vaak het argument dat die
behandelaars en therapeuten voor de voeten wordt geworpen. ‘Nou ja, dat is wel een punt”, erkent Nathalie de Jong zonder enig dralen. ‘Maar ook in de reguliere medische praktijk is zeker niet alles wetenschappelijk bewezen. Daar hoor je niemand over. Bovendien is het voor onze doelgroepen die kleiner zijn, moeilijk een omvangrijk onderzoek uit te laten voeren. Daarbij speelt geld zeker een rol.’
Jonas Blaken onomwonden: ‘De Chinese geneeskunde is duizenden jaren oud. Dan heb je echt geen dierproeven meer nodig om te kijken of iets werkt. Methodologie is tot wetenschap verheven. Als dat de enige standaard blijft, zal er weinig veranderen. Kom, miljoenen en nog eens miljoenen mensen nemen kruiden, ondergaan acupunctuur. En die hebben er meestal baat bij omdat het op maat gemaakt wordt. Ieder mens is uniek en daar houden wij rekening mee.’
Wendy van der Berg: ‘Wij doen niet zomaar iets. Kom op zeg. Als een cliënt bij mij komt met hartklachten, geef ik altijd het advies eerst naar de medische reguliere zorg te gaan om na te gaan of de door mij gegeven behandeling geen gevaar oplevert. Pas dan gaan we kijken wat die klachten veroorzaakt. Juist die samenwerking zie ik als enorm waardevol. Andersom gebeurt het helaas niet, of nauwelijks. In mijn beleving gaan fysieke klachten altijd samen met psychische klachten. Als iemand een hartaanval heeft gehad, kan dat opgelost worden. Maar er vloeien altijd psychische klachten uit voort. Angst om er weer een te krijgen of door leefpatronen niet te doorbreken keert de kwaal terug. Geen idee wat het ei en de kip is, maar voor mij staat het onlosmakelijk vast dat het altijd samen gaat.’
Nathalie de Jong: ‘We zijn absoluut niet tegen reguliere geneeskunde. Verre van dat. Er zijn genoeg gevallen die door de reguliere zorg prima behandeld kunnen worden. Als jij een hersenbloeding of een kwaadaardig gezwel hebt, zeg je niet: o, even de osteopaat bellen. Dan zeggen we: ga jij eens snel naar het ziekenhuis, daar ben je in goede handen.
Maar er is nog zoveel meer dat met gezondheid te maken heeft. Door samen te werken zou er wellicht veel meer bereikt kunnen worden.’ Jonas Blaken trapt even op de rem. ‘Als de reguliere geneeskunde onze theorie accepteert, stoppen ze alles in protocollen en juist dát willen we niet. In China gebeurt dat. Daar moeten de TCG-artsen ook een reguliere opleiding gevolgd hebben. En jawel, daar komen de protocollen. Waarom dat niet goed is? Heel simpel gezegd: met protocollen werken houdt in dat iedereen voor een bepaald probleem dezelfde medicijnen en behandeling krijgt. In de holistische benadering waarmee vaak in de alternatieve geneeskunde gewerkt wordt, kan dat niet. We kijken naar het geheel, de totale mens. En ieder mens is uniek, is anders. Je moet bij een behandeling met zoveel zaken rekening houden.’
Kijken naar de hele mens
Wendy van der Berg: ‘In mijn ogen kijkt de reguliere geneeskunde te veel naar symptomen. Die symptomen moeten zo snel mogelijk en gemakkelijk worden opgelost. Maar naar de oorzaak, de wortel van het probleem wordt niet of nauwelijks gekeken. Door de toegespitste specialisaties zitten artsen steeds meer op ‘eilandjes’. Dan weten ze heel veel van een bepaald probleem en
lossen dat op. Prima. Maar er wordt niet verder gekeken naar de oorzaak. Omdat ik bij een behandeling naar de totale mens kijk, ben ik benieuwd waarom iemand bijvoorbeeld een achillespees afscheurt. Wat wil dat zeggen, wat wil jouw lijf vertellen wat jouw brein nog niet weet?’
Jonas Blaken: ‘Omgekeerd kijken kan ook. Als iemand medicijnen gebruikt die door de reguliere zorg zijn voorgeschreven, zeg ik niet: laat die maar lekker staan. In de meeste gevallen kun je naast de reguliere medicijnen Chinese kruiden gebruiken. Je kunt het moeiteloos combineren. Die kennis kun je delen. Natuurlijk moet je altijd voorzichtig zijn en goed weten wat je doet. Maar dat is evident en zal zeker geen verbazing wekken.’
Er is nog heel veel kennis te delen verzekeren de ‘alternatieven’ die graag de nog altijd aanzienlijke kloof tussen regulier en alternatief willen dichten. Jonas Blaken: ‘Luister, je moet het kaf van het koren scheiden. Ook in de alternatieve en reguliere geneeskunde. In Amerika wordt aan vrijwel alle universiteiten, ook de topuniversiteiten, integrale geneeskunde gedoceerd en leren de studenten wat complementair is. Wat ze later in de reguliere geneeskunde kunnen gebruiken. Een prima manier om regulier en alternatief bij elkaar te brengen.’
Wendy van der Berg kort en bondig: ‘Door samen te werken én kennis te delen kom je al een heel eind.’
Ruim zestig jaar geleden kon je de alternatieve geneeswijzen in Nederland op de vingers van één hand tellen. Er waren grof gezegd vijf hoofdstromingen: acupunctuur, homeopathie, paranormale geneeswijzen, antroposofische geneeskunde en natuurgeneeskunde.
Nu verdwaal je met gemak in het bos van de natuurgeneeskunde dat meer dan 400 bomen telt. In Nederland maakt ongeveer 15 procent van de bevolking gebruik van alternatieve geneeswijzen. In Frankrijk is dat 50 procent en in Duitsland maar liefst 65 procent. In Zwitserland wil 85 procent van de bevolking alternatieve geneeswijzen in het nationale gezondheidsprogramma.
Dit artikel is eerder verschenen in Sarcoscoop 1